- groente, fruit, peulvruchten en paddenstoelen vormen de basis van hun voedingspatroon. Er worden weinig dierlijke proteïnen (vlees) gegeten.
- de ‘tachtig procent regel’: mensen stoppen met eten als ze voor 80% vol zitten, met andere woorden voor ze verzadigd zijn. Ze overeten zich niet.
- ze drinken af en toe alcohol (alcohol met mate kan gezond zijn, dat wil zeggen maximum 1 glas per dag voor vrouwen en twee glazen per dag voor mannen en graag ook enkele alcoholvrije dagen per week om de lever wat rust te gunnen).
- elke dag is er een duidelijk afgebakend moment van reflectie of ontspanning (yoga, siësta, meditatie, …).
- er wordt veel aan natuurlijke lichaamsbeweging gedaan, zoals wandelen of tuinieren.
- het hebben van een doel: of het nu je moestuin onderhouden is of een boerderij runnen: men heeft een doel waarvoor het waard is uit je bed te komen.
- men rookt niet.
- een sterk gevoel van gemeenschapszin en geborgenheid: mensen maken deel uit van een hechte gemeenschap of familie met veel sociale contacten.
- geen pensioen: mensen in blauwe zones blijven actief tot op zeer hoge leeftijd.
Foto: Naha Shikinaen, WikiCommons